‘Ruimte voor een betere bereikbaarheid van heel Nederland’

17 september 2024 – De wegen op orde, veilig openbaar vervoer en ruimte voor rivieren: dat zijn een paar van de prioriteiten van minister Barry Madlener en staatssecretaris Chris Jansen van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor het komende jaar. Er is in 2025 € 14,7 miljard beschikbaar voor een sterke infrastructuur en een gezonde leefomgeving. Een belangrijk doel van het nieuwe kabinet is om snel nieuwe woningen te bouwen. Om te zorgen dat die nieuwe woningen ook bereikbaar zijn, is € 2,5 miljard beschikbaar voor de aanleg van nieuwe wegen en nieuwe voorzieningen voor het openbaar vervoer.

Dagelijks rijden er zo’n 3,5 miljoen auto’s en 400.000 vrachtwagens over onze wegen. Er reizen 3,3 miljoen mensen met het openbaar vervoer en ongeveer 200.000 mensen met het vliegtuig. Er wordt ca. 900.000 ton per dag aan goederen via de binnenvaart vervoert en ca. 4.000 per dag per vliegtuig.

Het kabinet wil volgend jaar al een aantal mooie mijlpalen bereiken. Automobilisten kunnen vanaf volgend jaar via een rechtstreekse verbinding tussen de A13 bij Rotterdam The Hague Airport naar de A16 bij het Terbregseplein rijden. Het verkeer stroomt op de A13 en A20 straks vlotter door. Daarnaast wordt de bereikbaarheid van Rotterdam en de leefbaarheid voor omwonenden rond de A13 en A20 op deze manier verbeterd. Belangrijk voor de scheepvaart is dat de Nieuwe Sluis Terneuzen opengaat.

Op het spoor gaan de werkzaamheden voor de verbetering van de Maaslijn van start. Een belangrijk regionaal spoorproject dat ervoor zorgt dat dieseltreinen kunnen worden vervangen door elektrische treinen. Ook zullen er hierdoor minder vertragingen zijn.

Volgens het nieuwe kabinet is de afgelopen jaren de bereikbaarheid van Nederland onder druk komen te staan. Onder meer door de stikstofproblematiek, een krappe arbeidsmarkt en gestegen kosten konden niet alle knelpunten op de weg worden aangepakt. Daarnaast is zowel op de weg, het water als op het spoor een noodzakelijke, maar ook kostbare onderhoudsoperatie gaande. De komende jaren wordt nog veel onderhoud verricht. Ook wordt onderzocht of en hoe een aantal van de zeventien gepauzeerde aanlegprojecten gefaseerd kan worden opgestart.

Voor zowel de (vaar)wegen, het spoor als het watersysteem is er een basiskwaliteitsniveau vastgesteld. Dat is het minimale niveau van onderhoud dat nodig is om de infrastructuur te kunnen blijven gebruiken en zorgt ervoor dat er gericht keuzes kunnen worden gemaakt in beheer, onderhoud en vernieuwing van de infrastructuur. De komende jaren zullen er meer werkzaamheden zijn om de infrastructuur op orde te houden. Dit vraagt om extra middelen van de Rijksoverheid en om geduld van reizigers en (vaar)weggebruikers, want de werkzaamheden zullen vaak gepaard gaan met hinder op het spoor, op de weg en op het water. De extra werkzaamheden gaan ervoor zorgen dat onze infrastructuur weer jaren mee kan.

Ook dit jaar wordt er weer € 1,8 miljard geïnvesteerd om Nederland te beschermen tegen water. Het gaat dan om het verstevigen van dijken, dammen en duinen, om bijvoorbeeld zeewater en rivierwater buiten te houden. En er gaat geld naar het voorbereiden van Nederland op extreem hete zomers (zoals in 2022) en op hevige buien (zoals die in Limburg in 2021).

Openbaar vervoer en spoor

De tarieven van de treinkaartjes bij NS zullen volgend jaar met zes procent stijgen in plaats van met twaalf procent. Staatssecretaris Jansen heeft met de NS afgesproken dat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat volgend jaar drie procent van de geplande prijsstijging opvangt en het bedrijf zelf ook drie procent. Bij de Voorjaarsnota in 2025 is het de intentie van het kabinet om een besluit te nemen over het structureel betaalbaar houden van de treinkaartjes.

Verder moet de veiligheid in het openbaar vervoer volgens het kabinet worden vergroot, zeker ook voor de mensen die er werken. Personeel krijgt nu nog te vaak te maken met allerlei vormen van geweld en agressiviteit tijdens hun werk. Daarom gaat staatssecretaris Chris Jansen samen met de OV-sector, het ministerie van Justitie en Veiligheid, decentrale overheden en de politie in kaart brengen welke maatregelen op korte termijn kunnen worden genomen.

Rijksoverheid>