Nieuwe stikstofaanpak:
‘sterkere natuur, perspectief voor de bouw’
Het kabinet legt wettelijk vast dat de natuur herstelt en uitstoot en neerslag van stikstof dalen. Met een miljardenpakket voor natuurherstel en maatregelen om stikstofneerslag terug te dringen, zit in 2030 minimaal de helft van de natuur in beschermde Natura 2000-gebieden op een gezond stikstofniveau. Deze structurele stikstofaanpak biedt ook ruimte voor economische activiteiten. Zo komt er een gedeeltelijke vrijstelling voor activiteiten van de bouwsector in de bouw- en sloopfase.
Dat staat in het wetsvoorstel Stikstofreductie en natuurverbetering, dat coördinerend minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd samen met een aantal gerelateerde brieven.
Het kabinet legt met het wetsvoorstel vast dat de natuur sterker wordt en de stikstofdepositie omlaag gaat. Het credo is eerst stikstofruimte winnen, pas dan weer beperkt uitgeven. Er komt tot 2030 bijna 3 miljard euro beschikbaar voor natuurherstel en -versterking en circa 2 miljard euro voor (bron)maatregelen om de stikstofuitstoot van landbouw, verkeer, bouw en industrie te verminderen. Elke sector levert een bijdrage.
Voor de landbouw betekent dit een omslag naar toekomstbestendige (kringloop)landbouw met zo min mogelijk emissies. Er komen middelen voor investeringen in duurzame stallen, minder eiwit in veevoer en betere mestaanwending. Er komt een Omschakelfonds van 175 miljoen euro om boeren te helpen deze stappen te zetten. Voor boeren die vrijwillig willen stoppen komt ook geld beschikbaar. Ook voor de industrie, bouw, luchtvaart en binnenvaart zorgt het kabinet voor financiële ondersteuning. Er is geld om bovenop de wettelijke verplichting te investeren in de best beschikbare technologie voor emissie- en stikstofreductie in de industrie. Ook investeert het kabinet in schonere bouwmachines, elektrisch taxiën van vliegtuigen en in katalysatoren en walstroomvoorzieningen.
Het kabinet verplicht zichzelf het hoofddoel – in 2030 zit de helft van de hectares natuur in stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden op een gezond stikstofniveau – linksom of rechtsom te halen. Deze ambitie acht het kabinet, na zorgvuldige afweging en gesprekken met de sectoren, financieel en maatschappelijk haalbaar. In het wetsvoorstel zit een systeem van monitoring en bijsturing: het effect van de bronmaatregelen wordt jaarlijks getoetst en het herstel van de natuur elke twee jaar. Als nodig stuurt het kabinet bij. In de Tweede Kamerbrief geeft minister Schouten aan dat met het wetsvoorstel veel aanbevelingen van het adviescollege Stikstofproblematiek onder leiding van Johan Remkes zijn overgenomen
Bouw: gedeeltelijke vrijstelling
Het wetsvoorstel bevat een gedeeltelijke vrijstelling van de natuurvergunningsplicht voor de bouwsector. De vrijstelling geldt voor bouwactiviteiten in de bouw- en sloopfase, waarin emissies tijdelijk en beperkt zijn. Deze vrijstelling maakt vergunningverlening voor de aanleg/bouw van onder andere woningen, utiliteit, energieprojecten en activiteiten in de grond-, weg- en waterbouw makkelijker. Om deze vrijstelling mogelijk te maken reserveert het kabinet in de periode 2021-2030 500 miljoen euro voor stikstofreductie in de bouw en 500 miljoen euro voor aanvullende maatregelen binnen of buiten de bouw. Het Rijk maakt afspraken met de bouwsector over deze reductie en bijbehorende maatregelen, gericht op emissiearme werk- en voertuigen. De maatregelen worden onderdeel van de structurele aanpak stikstof. Het kabinet benadrukt dat de (stikstof)effecten van de bouwvrijstelling periodiek worden gemonitord, zodat tijdig kan worden bijgestuurd indien nodig.
Realistische natuur
Het kabinet ambieert een vitale, robuuste en sterke natuur, waarin het de komende jaren dan ook fors investeert. Minister Schouten heeft een doorlichting van de Natura 2000-gebieden laten uitvoeren – onder meer om na te gaan of herstel van structureel zwakke gebieden mogelijk is. De onderzoeken geven aan dat herstel in kwetsbare natuurgebieden kan. De vraag is alleen tegen welke prijs en of dat proportioneel is. Een snelle route is er niet. Het Rijk gaat dat gesprek – in samenwerking met de provincies – aan met de Europese Commissie.
Ondertussen is de inzet om zo effectief mogelijk de Natura 2000-doelen te halen. Bijvoorbeeld door te onderzoeken of bepaalde beschermde soorten niet beter op andere plekken kunnen floreren. Het kabinet betrekt dit onderzoek bij de actualisatie van de nieuwe Natura 2000-beschermingsdoelen. Aanpassingen zijn sowieso nodig als in de toekomst vanwege nieuwe inzichten over het tempo of de omvang van klimaatverandering bepaalde doelen niet haalbaar blijken.