Nederland wil Europees PFAS-verbod

Er moet een Europees verbod op PFAS komen. Dat voorstel van Nederland krijgt ruime steun in de Milieuraad in Brussel. Minister van Veldhoven (Milieu) is kartrekker van het zogenoemde restrictievoorstel. Hierdoor wordt PFAS in alle niet-essentiële toepassingen verboden. Een belangrijke stap om de kraan voor het gebruik van deze schadelijke stoffen dicht te draaien.

In 2018 werd bekend dat PFAS verspreid zit in heel het land. PFAS is de verzamelnaam voor zo’n 6000 stoffen die door de mens gemaakt zijn, sommigen daarvan zijn vermoedelijk kankerverwekkend. Duidelijk is dat de stoffen eenmaal in het milieu nooit meer afbreken. Sinds de verspreiding van PFAS in de bodem bekend is, zijn meerdere acties in gang gezet om het milieu en de gezondheid te beschermen. Tegelijkertijd werkt het kabinet om te zorgen dat bouwers en baggeraars die met PFAS-houdende grond en bagger te maken hebben zo min mogelijk hinder ondervinden. Het PFAS-probleem aan de voorkant aanpakken, met een Europees verbod, is een belangrijke stap om deze problemen in de toekomst te voorkomen.

Bijzonder aan dit restrictievoorstel is dat alle schadelijke PFAS stoffen voor het eerst in één keer verboden gaan worden. Dat maakt dit de meest uitgebreide en complexe restrictie die tot nu toe is opgepakt onder de Europese verordening REACH. Deze verordening van de Europese Unie heeft als doel de gezondheid van de mens en het milieu beter te beschermen tegen de risico’s die chemische stoffen kunnen opleveren. Het is volgens het ministerie van I&W belangrijk alle 6000 stoffen die onder PFAS vallen in één keer samen te nemen, omdat zo voorkomen wordt dat de ene PFAS door de andere PFAS wordt vervangen. Zo ging de industrie bij het verbod op de stof PFOA in 2008 over op het ‘broertje’ van PFOA: GenX. Ook een schadelijke stof met een net iets andere structuur. Dat waterbedeffect wil het kabinet voorkomen.
Het duurt naar verwachting vijf jaar voor het verbod in werking treedt. Dat komt door de uitgebreide procedure.
Inmiddels hebben ook Denemarken, Zweden, Luxemburg, België, Oostenrijk, Italië en Frankrijk hun steun uitgesproken voor het initiatief.

Meer bij het ministerie van I&W>