Nederland en Duitsland pakken samen droogte aan

9 oktober 2024 – Droogte is voor zowel Nederland als Duitsland steeds vaker een bedreiging door de klimaatverandering en is een probleem dat niet ophoudt aan de grens. Een nieuw project – ‘DIWA’ – richt zich op de ontwikkeling van een grensoverschrijdende droogteaanpak. In de programmabrede stuurgroep van het Interreg Deutschland-Nederland werken verschillende Duitse en Nederlandse overheden samen.
Het project spits zich toe op de grensstreek tussen Nederland en Duitsland in het programmagebied van Interreg. De Vecht is hier een goed voorbeeld van; een regenwaterrivier die van het Duitse Münsterland richting het Overijsselse Zwartewater stroomt; een duidelijk grensoverschrijdend stroomgebied.
Maatregelen aan de ene zijde van de landsgrens hebben vooral effect wanneer zij aan de andere zijde van de landsgrens gelijkwaardig worden aangepakt. Op dit moment wordt er zeer beperkt grensoverschrijdend samengewerkt op het thema droogte. De noodzaak hiervoor is voelbaar, maar tegelijkertijd zijn er nog veel beren op de weg die een samenwerking niet eenvoudig maken. Deze spreekwoordelijke beren zijn o.a. terug te vinden in het ontbreken van een nationaal of Europees droogtebeleid. Er is vooralsnog geen centraal vertrekpunt voor samenwerking en beperkte informatie-uitwisseling over droogte door gebruik van verschillende data, modellen en beoordelingsmethoden.
De projectpartners van ‘DIWA’ zeggen gezamenlijk toe te gaan werken naar meer afstemming tussen overheden en gebiedsbeheerders in Nederland en Duitsland. Hiervoor wordt een leidraad ontwikkeld gebaseerd op aanbevelingen ten aanzien van de governancestructuur, data uit meetnetten, ontwikkelde scenario’s en strategieën en resultaten uit gebiedspilots.

In het project ‘DIWA’ werken tien partners met elkaar samen: Waterschap Vechtstromen (Leadpartner), Waterschap Rijn en Ijssel, Provincie Gelderland, Universiteit Twente, Kreis Borken, Kreis Steinfurt, Landkreis Emsland, Landkreis Grafschaft Bentheim, Vechteverband en de EUREGIO.

Meer bij Universiteit Twente>