Lessen uit projecten aquathermie
Aquathermie is er nog niet op grote schaal, maar heeft toekomst als duurzame manier om woningen te verwarmen is de conclusie uit een onderzoek van STOWA. De veertien praktijkvoorbeelden uit het onderzoek maken helder waar je op moet letten bij aquathermie, wat betreft techniek en organisatie van projecten. Ervaringen met bestaande projecten kunnen helpen succesvolle toepassing te bespoedigen.
Bouwstenen voor sociaal-maatschappelijk inpasbaarheid collectieve warmtesystemen
De resultaten van de studie vormen de bouwstenen van verder onderzoek in WarmingUP, waar 34 partijen samenwerken aan toepasbare kennis voor duurzame, collectieve warmtesystemen.
De voornaamste conclusie uit de studie: aquathermie blijkt technisch betrouwbaar en gebruiksvriendelijk. Een project is wel altijd maatwerk, door kenmerken zoals de specifieke locatie en de warmtevraag. Het vergt samenwerking met veel (lokale) partijen. In projecten is er telkens de afweging: investeer je in materiaal dat langer meegaat of ga je uit van extra tussentijds onderhoud? Installaties kunnen bijvoorbeeld gevoelig zijn voor vervuild water en dit is te ondervangen met betere, maar duurdere materialen. Zoals titanium in plaats van roestvrijstaal. Het is verder raadzaam om bij het ontwerp rekening te houden met de mogelijkheid van verdere uitbreiding van het aantal aansluitingen, zodat je de bron voor aquathermie optimaal kunt inzetten.
De studie trekt deze (en meer) lessen uit veertien praktijkvoorbeelden. De onderzoekers hielden interviews met waterbeheerders, exploitanten en gebruikers. De voorbeelden lopen uiteen van één woning tot grote kantoren en een wijk met 1600 woningen.
Het rapport is onderdeel van WARES, het onderzoeksprogramma voor Waterbeheer en Regionale Energie Strategieën van STOWA en de Unie van Waterschappen, dat mede mogelijk wordt gemaakt door financiering van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.