Extra investeren in dijkversterkingen door waterschappen en Rijk noodzakelijk

(Foto: Unie van Waterschappen)
16 december 2024 – De 21 waterschappen willen € 1,25 miljard extra investeren in dijkversterkingen van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Deze extra bijdrage komt bovenop de bijna € 1,6 miljard die de waterschappen met de huidige wettelijke afspraken in de periode van 2030 tot 2036 al beschikbaar stellen. Het geeft aan dat de waterschappen topprioriteit blijven geven aan het op koers houden van dijkversterkingen in Nederland om inwoners, onroerend goed, infrastructuur en onze economie te beschermen.
In het HWBP werken de waterschappen en het Rijk al tien jaar binnen een alliantie aan de versterking van dijken, sluizen en andere waterkeringen. Dat doen ze met een wettelijke afspraak om tot 2050 beide de helft te financieren. Dit verkleint de kans op schade door overstromingen en beschermt Nederlanders en veel economische waarde. De omstandigheden zijn de afgelopen tien jaar flink veranderd. Dankzij het goede werk van de alliantie is de veiligheid nu waarschijnlijk groter dan ooit. Maar ondertussen wordt de opgave groter: meer piekbuien, vaker en heftiger hoogwater, langere periodes van droogte. Er gelden nieuwe, strengere normen en de prijzen van grondstoffen zijn gestegen.
De omstandigheden en groeiende opgave vragen om een grotere inzet en meer financiële middelen. Om het tempo van de uitvoering en de lange voorbereidingen van de vele projecten in Nederland op orde te houden, is er € 2,5 miljard extra investering nodig voor het starten van dijkversterkingsprojecten die in de periode 2030 – 2036 in uitvoering gaan. Van de waterschappen en het Rijk vraagt dat ieder de helft van de kosten: van beide € 1,25 miljard extra.
De algemeen besturen van de uitvoerende waterschappen moeten in 2025 besluiten nemen over de start van deze grote projecten. Maar op dit moment is er geen zekerheid dat er in de periode 2030-2036 geld vanuit het HWBP voor die projecten beschikbaar is.
De waterschappen en het Rijk zijn in gesprek om te komen tot nieuwe afspraken over een effectievere en efficiëntere samenwerking en de gedeelde financiering van dijkversterking voor de periode daarna, van 2037 tot 2050. Op basis van de analyse van de landelijke beoordelingsronde van primaire keringen is naar verwachting een bijstelling nodig van het aantal kilometer dijk dat versterking vergt. Ook voor de lange termijn (2037 – 2050) verwacht de alliantie dat extra investeringen noodzakelijk zijn. De inschatting is dat er tot het jaar 2050 niet een investering van € 13 miljard, maar tussen de € 14 tot € 23 miljard nodig is om het doel in 2050 te halen. De bandbreedte wordt volgens UVW nu onderzocht.