300 miljoen voor A15
Minister Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) trekt 300 miljoen euro uit voor de aanpak van een groot knelpunt op de A15. Het gaat om het traject tussen Papendrecht en Gorinchem waar dagelijks files staan die zonder ingrijpen nog langer gaan worden. De provincie Zuid-Holland zal 30 miljoen euro bijdragen aan het nieuwe project.
De minister heeft op 26 juni de zogeheten startbeslissing genomen voor de aanpak van de files op dit deel van de A15. De A15 is een belangrijke wegverbinding door de provincies Zuid-Holland en Gelderland, tussen de haven van Rotterdam en Duitsland. De weg wordt veel gebruikt door het vrachtverkeer.
Met de startbeslissing Papendrecht – Gorinchem begint de wettelijk verplichte MIRT-verkenning (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) waarin wordt bekeken hoe het knelpunt uit de file top 50 het beste opgelost kan worden. In een verkenning worden verschillende alternatieven onderzocht, waaronder een wegverbreding (van 2×2 naar 2×3 rijstroken) tussen Sliedrecht West en Gorinchem. Ook wordt gekeken naar de inzet van innovatieve verkeerstechnieken om het verkeer vlotter te laten doorstromen. In 2020 wordt in een voorkeursbeslissing vastgelegd wat er precies gaat gebeuren op het traject; naar verwachting gaat in 2025 de schop de grond in.
De aanpak van de weg tussen Papendrecht en Gorinchem is een van de maatregelen die de minister neemt om de doorstroming op de goederencorridor tussen de haven van Rotterdam en het achterland te verbeteren. Vooruitlopend op dit grote project stelde de minister eind vorig jaar al het Ontwerp–Tracébesluit vast voor de verbreding van het stuk snelweg tussen Papendrecht en Sliedrecht. Een belangrijk ander project dat wordt uitgevoerd op de A15 is de realisatie van de ontbrekende schakel in Gelderland, de ViA15.
In aanvulling op deze projecten werkt de overheid samen met de provincies Gelderland en Zuid-Holland aan een pakket maatregelen die op kortere termijn al verlichting moeten bieden. Dan gaat het onder meer om het verleiden van werknemers om buiten de spits te reizen en klein infra-maatregelen die voor een betere doorstroming zorgen, zoals het verlengen van invoegstroken.