Aanpak PFAS-problemen: meer ruimte voor verplaatsen van grond

Grond- weg- en waterbouwbedrijven ondervinden veel problemen omdat het giftige PFAS op veel plekken in de bodem zit. Het kabinet wil de gezondheid en omgeving beschermen, maar wil ook zorgen dat projecten zo snel mogelijk door kunnen gaan. Staatssecretaris Van Veldhoven zet vandaag een nieuwe stap in de aanpak van het PFAS-probleem. Zij vraagt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) om op basis van recente metingen met spoed een tijdelijke, landelijke achtergrondwaarde voor PFAS in de (land)bodem op te stellen. Zo kan de 0.1 grens die nu uit voorzorg op basis van de wet op sommige plekken geldt, verruimd worden tot deze landelijke achtergrondwaarde. Dit geeft bedrijven meer ruimte voor het verplaatsen van grond, zonder dat gezondheid of het milieu in gevaar komt. Van Veldhoven wil dat de ruimere norm uiterlijk 1 december van kracht wordt.

Ruimere norm
Het RIVM is gevraagd met spoed te onderzoeken of daar waar 0,1 microgram nu op basis van de wet de grens is, te kijken of er meer veilige ruimte is op basis van beschikbare achtergrondwaarden. Van

Naast het verzoek aan het RIVM of een verruiming van de 0.1 grens mogelijk is, heeft staatssecretaris Van Veldhoven een taskforce ingesteld. In de taskforce werken bedrijven en overheden voor de duur van in ieder geval één jaar samen aan oplossingen voor regio-overstijgende knelpunten. De taskforce wordt geleid door oud-topambtenaar Hans van der Vlist. Ook worden er door het land werkconferenties georganiseerd om voor concrete projecten in de regio te kijken wat de belemmeringen zijn, en hoe deze weggenomen kunnen worden. Dit kan alleen samen met gemeenten, provincies, Waterschappen en de bedrijven.

Meer bij het Ministerie van I&W>

Meer bij Bouwend Nederland>