Zandstranden begrijpen en voorspellen
Zand is wereldwijd de op één na meest gebruikte grondstof na water. Zandduinen houden ons land veilig voor overstromingen. Ten tijde van klimaatverandering groeit de behoefte aan maatregelen om de kust te beschermen. Zandspecialist Arjen Luijendijk ontwikkelt nieuwe technieken om het gedrag van zandige stranden nauwkeuriger en sneller te voorspellen. Op woensdag 4 december promoveerde hij aan de TU Delft op dit onderwerp.
Kustbescherming
Van oudsher is de Nederlandse kust een erosieve kust. Al honderden jaren trekt de kust zich steeds verder terug. Inmiddels hebben zijn woningen, havens en infrastructuur aangelegd maar zijn er tegelijkertijd ook allerlei zeespiegelstijging scenario’s. Volgens promovendus Arjen Luijendijk zou het kunnen dat Nederland in de loop der jaren een veel hogere waterstand voor haar kiezen krijgt. Alle Nederlandse stranden en duinen moeten dan óók een stuk hoger zijn om het huidige veiligheidsniveau te waarborgen.
In de meest ideale en natuurlijke situatie blaast de wind het zand uit zee vanzelf van het strand naar de duinen. Zand kan daarmee ‘meegroeien’ met veranderende waterstanden en golven. De wind brengt het zand omhoog naar de duinen, zodat de kust beschermt blijft. Als eerder eerder zou worden begonnen met het aanleggen van meer zand, krijgt de natuur de tijd om mee te groeien met de zeespiegelstijging, denkt Luijendijk.
De overgang van land en water verandert elk uur, omdat het getij op en neer gaat. Juist die dynamiek van eb en vloed is volgens Luijendijk van belang om inzicht in te verkrijgen. Hij ontwikkelde een nieuw landschapsmodel, waarmee kennis wordt opgebouwd over de zandverspreiding. Hiermee kunnen voorspellingen worden gedaan over het kustlandschap voor de komende twintig jaar. Dat stelt ons volgens Luijendijk in staat om uit te rekenen hoeveel zand er nodig is aan de kust, zodat het veilig blijft.