Waterbeschikbaarheid van het Vlaamse kustgebied in kaart gebracht
Strengere bescherming van het grondwater en de droogte van de afgelopen jaren heeft de beheerders van het West-Vlaamse kustgebied in Vlaanderen (België) aangezet om op zoek te gaan naar duurzame alternatieve waterbronnen voor met name de landbouw. De kansen liggen in feite onder je voeten, namelijk in de ondiepe ondergrond. De ondergrond is geschikt om het winterse neerslagoverschot erin op te slaan waardoor een natuurlijke zoetwaterbuffer ontstaat voor de zomer.
In opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij is met behulp van de airborne elektromagnetische (EM) techniek van Skytem, vanuit een helikopter metingen van de ondergrond gedaan. Hiervoor is ongeveer 2.400 lijnkilometers afgelegd. Het bemeten gebied omvatte de westkust plus een gedeelte van het Meetjesland en de linker Scheldeoever. Door nauwe samenwerking van diverse kennisinstituten zijn de metingen met behulp van geavanceerde computermodellen omgezet naar gegevens over de zoet-zout grondwaterverdeling in dit kustgebied. Deze FRESHEM (FREsh Salt groundwater distribution by Helicopter ElectroMagnetic) meetcampagne heeft een schat aan data opgeleverd die hier online beschikbaar is. Het project is uitgevoerd binnen het EU project TOPSOIL.
De meetresultaten, ook wel zoet-zoutkarteringen genoemd, laten zien dat de ondergrond van het Westelijk kustgebied in Vlaanderen behoorlijk zout is. In de lager gelegen poelgronden wordt op de meeste plekken op geringe diepte, zo’n twee à drie meter, brak of zout water aangetroffen. Zoetwaterlenzen komen voor onder de hoger gelegen zanderige delen, zoals kreekruggen en het duingebied. Op deze plekken kan water gemakkelijker infiltreren en ligt de grondwaterspiegel hoger dan in de poelgronden. Hierdoor heeft het zoete infiltratiewater in de loop van de tijd het zoute water verdrongen en is een zogenaamde zoetwaterlens gevormd.

Zoutgehalte van het grondwater op een diepte van 5 m-TAW (ca. 7.3 m-NAP) op basis van de FRESHEM-resultaten. Op de blauw aangegeven locaties komen zoetwaterlenzen voor met een significante dikte.
Op basis van deze metingen en andere data zijn kaarten opgesteld die de potentie aangeven per gebied voor de mogelijke maatregelen die de waterbeschikbaarheid voor agrarische bedrijven kunnen vergroten. Door diepgaande gesprekken met diverse actoren tijdens intensieve werksessies zijn voorwaarden geïdentificeerd voor een duurzaam Kreekrug Infiltratie Systeem, ook wel KIS genoemd. In een kreekrug kan op relatief eenvoudige wijze de zoetwatervoorraad effectief worden vergroot. Om een idee te geven, een grondwaterstandverhoging van tien centimeter kan zorgen voor een toename van de zoetwaterlens van vier meter.
De studie toont aan dat het Kreekrug Infiltratie kostenefficiënt is voor een zoetwater vraag groter dan 3.500 m3 per jaar vergeleken met leidingwater en groter dan 5.500 m3 vergeleken met opvang en opslag van regenwater. Per geval is het belangrijk om alle elementen in het proces en van het betreffende perceel mee te nemen. Daarbij is Kreekrug Infiltratie ook interessante maatregel omdat het vrijwel gegarandeerd zoet water levert van een constante kwaliteit, ook in droge perioden en ook in de toekomst. Vervolgstudies zullen uitwijzen wat logische toepassingen zijn voor voldoende water en uiteindelijk genoeg voedselopbrengsten voor dit Vlaamse kustgebied.