Unie van Waterschappen pleit voor stikstofvrijstelling voor waterveiligheidsprojecten
De Raad van State heeft op 2 november geoordeeld dat de bouw niet mag worden vrijgesteld van de stikstofregels. Ook bij projecten die alleen tijdelijk stikstof uitstoten, moet het effect op de natuur worden onderzocht. De Unie van Waterschappen (UvW) zegt teleurgesteld te zijn over deze uitspraak, omdat dit voor de waterschappen leidt tot vertraging van projecten en extra kosten.
De Raad van State ziet te weinig voortgang in de maatregelen die bij moeten dragen aan het verminderen van stikstofuitstoot. Daarom oordeelt de Raad dat er ook voor de meest noodzakelijke bouwprojecten geen uitzondering mag worden gemaakt.
Dit betekent dat ook de vrijstelling voor de projecten van de waterschappen komt te vervallen en dat projecten rond de waterveiligheid in Nederland mogelijk vertragen. De waterschappen hadden voor hun projecten vrijstelling gekregen omdat er sprake is van een tijdelijke stikstofuitstoot. Volgens de Unie van Waterschappen zorgen de waterschappen met hun werkzaamheden randvoorwaarden voor een leefbaar Nederland. De voortgang van deze cruciale werkzaamheden van de waterschappen aan waterveiligheid en het watersysteem zouden daarom niet geraakt mogen worden door deze uitspraak, vindt de UvW.
De waterschappen vinden verder dat voor het versterken van de dijken, de aanleg van gebieden waar water kan worden opgeslagen en bijvoorbeeld renovaties van rioolwaterzuiveringsinstallaties, er naar moet worden gestreefd om zo min mogelijk energie te verbruiken, transport te beperken en de inzet van emissieloos materieel door aannemers aan te jagen.
Daarnaast wordt bij waterschapsprojecten gekeken naar de mogelijkheden voor natuurherstel. Hiermee werken de waterschappen aan perspectief voor volgende generaties. De waterschappen sporen het rijk daarom ook aan om met beleid te komen dat snel zicht geeft op natuurherstel.