Ruimtegebrek slib oorzaak vertroebeling Eems-Dollard estuarium
30 mei 2016 – Deltares, de TU Delft en Universiteit Utrecht hebben onderzoek gepubliceerd in Marine Geology (2016) waaruit blijkt dat de vertroebeling van het Eems-Dollard estuarium voor een belangrijk deel wordt veroorzaakt door de afname van de ruimte waar slib neer kan slaan. Dit is wereldwijd de eerste keer dat dit is aangetoond met behulp van geologische informatie, metingen en modellen. De Eems-Dollard is één van de laatste grote open estuaria in Noordwest Europa en in het Waddengebied.
Het inzicht biedt handvatten om de toenemende vertroebeling in het estuarium, de brakke overgangszone tussen rivier naar zee, tegen te gaan. Dat is belangrijk omdat de estuaria de slagaders vormen voor het leven in delta-gebieden; vrijwel alle grote havens en steden liggen er langs. Een troebeler estuarium leidt tot minder lichtinval voor de eencellige algen die weer de basis van het voedselweb vormen. Ook kan een hoge troebelheid leiden tot problemen voor vissen en zichtjagers. Om die reden zijn de inzichten voor de Eems-Dollard een belangrijke stap voorwaarts voor een duurzamer beheer van estuaria wereldwijd, meent Deltares.
De afname van de ruimte waar slib neer kan slaan, is vooral ontstaan door natuurlijke opslibbing en inpoldering van grote delen van het Eems-Dollard estuarium. Hier bezonken jaarlijks miljoenen tonnen slib. Een getijgedomineerd estuarium als de Eems-Dollard kan als een grote pomp worden gezien die slibdeeltjes vanaf de zee naar binnen vervoert, waar deze vervolgens bezinken in rustige gebieden. Doordat in het Eems-Dollard estuarium deze bezinkgebieden verdwenen, moest het slibgehalte in het water wel toenemen. Aanvankelijk werd dit – zij het onbedoeld – nog tegengehouden omdat in Duitsland een tijdlang veel slib uit het estuarium verwijderd is, door opgebaggerd materiaal op het land te storten. Met het stoppen van het verwijderen van het slib, vertroebelde het water langzaamaan, een probleem dat niet uniek is voor de Eems-Dollard, maar in veel estuaria speelt.
In het verleden was er wel veel ruimte voor slibsedimentatie en -opslag aanwezig in het Eems-Dollard estuarium. In het begin van de 16e eeuw ontstond de Dollard door overstroming van een groot veengebied dat door ontwatering en akkerbouw onder zeeniveau terecht was gekomen. Dit enorme bekken van 350 km2 diende als de belangrijkste slibvang van het Eems-Dollard estuarium. Jaarlijks sloeg daar een hoeveelheid van 24-36 miljoen kruiwagens vol bagger drooggewicht slib neer, zo’n twee tot drie miljoen ton. Dat tilde het gebied langzaam boven zeeniveau uit en werd stukje bij beetje weer ingepolderd. Het is juist deze inpolderingsgeschiedenis in combinatie met de geologische opbouw die het mogelijk maakt om de slibsedimentatie vrij nauwkeurig te berekenen.
Door de doorgaande inpolderingen nam de grootte van het Eems-Dollard-gebied af. Zo verdween de mogelijkheid voor slib om permanent te bezinken en aan de waterkolom onttrokken te worden. Vanaf 1924 werd niet langer ingepolderd, de kleine polder Breebaart buiten beschouwing gelaten.
Naast inpolderingen en onttrekkingen beïnvloeden vaarweg-verdiepingen overigens ook de vertroebeling, vooral in de Eems rivier. In deze getijderivier zijn de slibconcentraties in het water en nabij de bodem extreem sterk omhoog gegaan, waarschijnlijk als gevolg van verdiepingen in de jaren negentig. Hoe belangrijk deze bijdrage is, zal in de toekomst worden onderzocht.
De opgedane inzichten kunnen worden gebruikt om te weten te komen wat gedaan moet worden om het streefbeeld voor het Eems-Dollard estuarium werkelijkheid te laten worden. Zo is het voor het verminderen van de troebelheid beter om het baggermateriaal dat vrijkomt bij geul- en havenonderhoud, niet terug te storten maar, indien mogelijk, vast te leggen in of te onttrekken aan het Eems-Dollard estuarium en mogelijk een nuttige bestemming te geven.
Voor estuaria wereldwijd bieden de onderzoeksresultaten nieuwe perspectieven voor een duurzamer beheer. Zo stijgen in veel estuaria de slibconcentraties, terwijl grote stukken worden ingepolderd. Tegelijkertijd dalen grote gebieden binnendijks door grondwateronttrekking en klink. Deze gebieden zouden misschien met het slib dat voor vaargeulonderhoud wordt gebaggerd, kunnen worden opgehoogd. Daardoor wordt het estuarium helderder.
Het vergroten van estuaria waarbij nieuwe slibbezinkgebieden ontstaan, kan ook bijdragen aan het verlagen van de waterhoogtes en daarmee aan de veiligheid. Als tegelijkertijd een aantrekkelijk natuurgebied kan worden gecreëerd, biedt dat goede mogelijkheden om menselijke belangen en natuurbelangen te laten samengaan.
Voor het Eems-Dollard estuarium stelde het inzicht dat de vertroebeling voor een belangrijk deel wordt veroorzaakt door de afname van de ruimte waar slib neer kan slaan, een jarenlange discussie over de effecten van baggeren en storten in het estuarium in een nieuw licht. Het ministerie van IenM en de provincie Groningen hebben besloten om in overleg met alle partijen nader onderzoek te doen naar mogelijke maatregelen om het slibgehalte in het water te verminderen, de estuariene verbindingen te versterken en de hydromorfologische integriteit van het systeem te verbeteren.
Het onderzoek is mede mogelijk gemaakt dankzij de door Rijkswaterstaat gefinancierde studies in het kader van het Kaderrichtlijn Water project ‘Slibhuishouding Eems-Dollard’ en de door EZ gefinancierde studies voor het Deltaprogramma.