Publiek-private samenwerkingen van Rijkswaterstaat onderzocht
Wat zijn de lessen van vijftien jaar werken met Design, Build, Finance, en Maintain (DBFM)-contracten bij Rijkswaterstaat (RWS) en in hoeverre voldoet dit type contract in de praktijk? Deze vragen stonden centraal in een onderzoek door bestuurskundigen van de Erasmus Universiteit Rotterdam en Universiteit Groningen in opdracht van Rijkswaterstaat en Bouwend Nederland. Het onderzoek vond plaats onder betrokkenen van Rijkswaterstaat en publieke partijen. Volgens het op 12 oktober verschenen eindrapport ‘Leren van 15 jaar DBFM-projecten bij RWS’ kan DBFM bijdragen aan zaken als kwaliteit, tijdigheid en hinderbeperking. En deze contractvorm is geschikt voor contracten tussen circa € 200 en € 400 miljoen, waarbij de complexiteit beperkt is.
Volgens Rijkswaterstaat levert het onderzoek belangrijke aanbevelingen op voor de toepassing van het DBFM-contract, waarvan er veel ook relevant zijn voor andere contractvormen. Naast het advies om DBFM uitsluitend toe te passen bij projecten met een omvang van €200 miljoen tot €400 miljoen en een beperkte complexiteit, bevat het rapport meerdere conclusies en aanbevelingen. Zo blijkt dat de risicoverdeling beter kan en dat de gezamenlijke aanpak van risico’s en problemen nog te beperkt is. Het vergroten van de flexibiliteit van DBFM-contracten is ook een aandachtspunt, ook al zorgen partijen daar zelf al zoveel mogelijk voor. Deze aanbeveling en andere verbeterpunten zijn terug te vinden in het eindrapport over het onderzoek.