PFAS-norm verruimd
De regels voor grond die met PFAS is vervuild, worden soepeler. Op 1 juli informeerde staatssecretaris Van Veldhoven de Tweede Kamer over haar aanpassing van het Tijdelijk Handelingskader PFAS. De achtergrondwaarde voor de landbodem is verhoogd van 0,8 µg/kg naar 1,4. Daarnaast valt het verschil in regels tussen grond en bagger weg, en komt er een regionale grenswaarde voor geïsoleerde diepe plassen van 1,1 µg/kg voor PFOS en 0,8 µg/kg voor PFAS. Bouwend Nederland betoonde zich blij met deze verruimingen en sprak de verwachting uit dat een aanzienlijk deel van het werk dat hierdoor stillag weer van start kan.
De aanpassingen op een rij (bron Bouwend Nederland):
Toepassen in vrijliggende diepe plassen en niet-vrijliggende plassen aan niet-rijkswater: Grond en baggerspecie PFAS = 0,8 µg/kg, PFOS = 1,1 µg/kg
Toepassen in niet-vrijliggende diepe plassen die in open verbinding staan met een rijkswater: Grond en bagger: PFAS = 0,8 µg/kg en PFOS = 3,7 µg/kg
Het toepassen in een ander oppervlaktewaterlichaam uitgezonderd de diepe plas:
verspreiden van baggerspecie (bij niet-sedimentdelende oppervlaktewaterlichamen) en
het toepassen van baggerspecie en grond in ophogingen in waterbouwkundige constructies: Grond en baggerspecie: Rijkswater: PFAS = 0,8 µg/kg, PFOS = 3,7 µg/kg; In niet-rijkswater: PFAS = 0,8, PFOS = 1,1
Tot slot verruimt de staatssecretaris ook de normen voor de toepassing van grond en baggerspecie op de landbodem. De achtergrondwaarde is daar nu bepaald op PFAS = 1,4 en PFOA = 1,9.
Met de nieuwe maatregelen is het tijdelijk handelingskader PFAS geactualiseerd, maar nog niet definitief. Het ministerie geeft aan dit najaar nog een aantal onderzoeken door het RIVM en Deltares te laten uitvoeren, waarna mogelijk aanpassingen volgen. Eind 2020 wordt het concept definitieve handelingskader verwacht en in 2021 wordt het kader definitief gemaakt. Bouwend Nederland blijft dit op de voet volgen en actief betrokken bij dit proces.