Onderzoek verzanding Haringvlietmonding krijgt vervolg

De zeebodem in de Haringvlietmonding is de afgelopen decennia ingrijpend veranderd en het proces van verzanding zet door. Het dichtslibben van de kust heeft gevolgen voor recreatie, toerisme en de scheepvaart. De verzanding biedt kansen voor natuurbeleving en broedvogels.
Dit zijn enkele uitkomsten van het onderzoek naar de toekomstige ontwikkeling van de verzanding en de effecten daarvan. Het onderzoek is vandaag gepubliceerd en krijgt een vervolg.
In 2021 gaf een coalitie van twaalf partijen opdracht voor het onderzoek naar de verzanding van de Haringvlietmonding en de gevolgen ervan.
Het onderzoek bevestigt dat de grootschalige verzanding van het gebied doorzet in de toekomst. Dit heeft tot gevolg dat de kust zal aangroeien. Er kunnen nieuwe duinen en duinvalleien ontstaan. Zandbanken die nu nog permanent overstroomd zijn, komen meer aan de oppervlakte te liggen. Bij de Groene Punt ontstaat over een aantal jaren waarschijnlijk een grote strandvlakte, doordat zandplaten die nu nog voor de kust liggen aan het strand vastgroeien. Ook ontstaat daar eerst mogelijk een getijdegeul die, als deze zich naar de kust verplaatst, tot duinafslag kan leiden. Het gebied wordt steeds meer slibbig en de afstand van de zandstranden tot de zee neemt toe.

De veranderingen, die al enige decennia eerder in gang zijn gezet door de afsluiting van het Haringvliet, zijn niet zonder gevolgen. De inspanningen en kosten om het Slijkgat open te houden, zullen naar verwachting door de verzanding verder toenemen. De effecten van de verzanding op de scheepvaart waaronder de beroepsvaart, visserij en recreatieve vaart zijn door het openhouden van het Slijkgat beperkt. Het aangroeien van de kust en nieuwe duinen biedt kansen voor de natuurbeleving en voor vogels die in het gebied broeden. Ook zijn er voordelen voor de waterveiligheid en de kustlijnzorg, omdat er voldoende zand in het systeem komt. Tegelijkertijd nemen de bestaande mogelijkheden voor strandrecreatie en -toerisme bij de kust van Voorne af. Dat kan zijn weerslag hebben op de werkgelegenheid omdat het aantal bezoekers naar verwachting daalt.

Het onderzoek is geïnitieerd en gefinancierd door een coalitie die bestaat uit: de gemeente Goeree-Overflakkee, gemeente Westvoorne, Rijkswaterstaat, Waterschap Hollandse Delta, gemeente Brielle, Natuurmonumenten, Havenbedrijf Rotterdam, gemeente Nissewaard, gemeente Hellevoetsluis, Recreatieschap Voorne Putten, Stichting het Zuid-Hollands Landschap en de provincie Zuid-Holland. Het onderzoek wordt uitgevoerd door onderzoeksbureau Arcadis

Foto: Provincie Zuid Holland

Provincie Zuid Holland>