Kustonderzoek in Ter Heijde
Van maandag 12 tot vrijdag 16 juni vonden er in Ter Heijde veldonderzoeken plaats naar de gevolgen van het opspuiten van zand op de natuur. Dit veldonderzoek is onderdeel van een landelijk meerjarig onderzoek waarin Rijkswaterstaat en tien natuurorganisaties samenwerken om meer inzicht te krijgen in de gevolgen van reguliere zandsuppleties op natuur op de vooroevers, de duinen en in de Waddenzee. De onderzoeken richten zich dit jaar op de ondiepe vooroevers langs de kust en starten in de provincie Zuid-Holland in Ter Heijde bij de Zandmotor.
Over de ondiepe kustzone waar de meeste suppleties plaatsvinden is meer kennis nodig over de effecten van reguliere suppleties op de samenstelling en het functioneren van het ecosysteem. Doel van het project Natuurlijk Veilig is dan ook om meer inzicht te verkrijgen in hoe kustbescherming en natuurontwikkeling optimaal te combineren. Belangrijke vraagstukken waaraan Rijkswaterstaat samen met de partners de komende jaren werken, zijn de effecten van zandsuppleties op het ecosysteem van de kust op de middellange termijn en de rol van de vooroever als kinderkamer voor vissen. Daarbij gaat het om de ideale frequentie, de periode, het volume, het type zand en de locaties van de zandsuppleties. Bij het onderzoek in de ondiepe kustzone richten de onderzoekers zich op de kinderkamerfunctie voor vissen. Zo zitten daar bijvoorbeeld veel babyscholletjes.
Het project Natuurlijk Veilig is een vervolg op eerder onderzoek. Van 2009 tot en met 2015 deden Rijkswaterstaat, stichting Duinbehoud, stichting De Noordzee, de Vogelbescherming en de Waddenvereniging al gezamenlijk onderzoek naar de effecten van zandsuppleties op bodemdieren, vissen en kustvogels en het effect van zandverstuiving op de flora en fauna in de duinen. De resultaten gaven inzicht in de belangrijkste nader te onderzoeken thema’s. De samenwerking is vervolgens voortgezet en versterkt in het project Natuurlijk Veilig. Rijkswaterstaat en tien natuurorganisaties ondertekenden in november 2016 hiervoor een samenwerkingsconvenant. De onderzoeken vinden plaats tussen 2017 tot 2021. Rijkswaterstaat is trekker en financierder van dit project.