Gunning baggeren Zandkreekgeul en suppletie Verdronken Land van Zuid-Beveland
Rijkswaterstaat heeft het bedrijf De Klerk Werkendam de opdracht gegund om de vaargeul in de Zandkreek in Zeeland te baggeren en met een deel van het slib de slikken bij het Verdronken Land van Zuid-Beveland op te hogen.
Toegang voor de scheepvaart en natuurherstel zijn gecombineerd in deze opdracht, die in nauwe samenwerking met Natuurmonumenten tot stand is gekomen. De werkzaamheden worden in het najaar van 2021 uitgevoerd.
Duurzaamheid was volgens Rijkswaterstaat een belangrijke eis binnen de aanbesteding. Rijkswaterstaat heeft in de uitvraag een CO2-emissiereductie van 30 procent voorgeschreven van de uitvoerende werkzaamheden. Het project sluit hiermee aan bij het zogeheten transitiepad Kustlijnzorg en Vaargeulonderhoud, dat als doel heeft om alle kust- en binnenlandse baggerprojecten te verduurzamen. Dit transitiepad is onderdeel de doelstelling van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om als grote opdrachtgever van infraprojecten in 2030 volledig klimaatneutraal en circulair te werken.
De vaargeul van de Zandkreek, tussen Noord- en Zuid-Beveland in Zeeland, is in de loop der jaren sterk verzand. Bij de uitgang van de Zandkreeksluis en bij de invaart van de Zandkreekgeul aan de zijde van de Oosterschelde waren op de bodem flinke drempels ontstaan. Daarom wordt de vaargeul gebaggerd. In 2019 is de eerste 3.000 m3 gebaggerd. Om ook op langere termijn te borgen dat schepen kunnen doorvaren, wordt in het najaar van 2021 nog eens 125.000 m3 gebaggerd. Daarmee is de vaargeul weer terug op de vereiste diepte.
Zo’n 50.000 m3 van de in totaal 125.000 m3 te baggeren slib wordt ingezet om de slikken bij het Verdronken Land van Zuid-Beveland op te hogen. Dit doet Rijkswaterstaat in nauwe samenwerking met Natuurmonumenten. Door de aanleg van de Oosterscheldekering is de stroming minder sterk geworden, waardoor er geen natuurlijke opbouw meer is van slikken en platen.