Grote praktijkproef met piping op Zeeuwse zeedijk met getijdezand

Eén van de faalmechanismen waarop de Nederlandse waterkeringen worden beoordeeld, is piping: het ontstaan van kanaaltjes in de zandige ondergrond van een dijk, waar water doorheen sijpelt. Bij een grote waterstroom die zand meevoert, kan een dijk dan ernstig verzwakken. Bij de laatste toetsronde zijn veel dijken op basis van de huidige rekenregels afgekeurd, onder andere vanwege het risico op piping. Over dit faalmechanisme is meer praktijkkennis nodig. In opdracht van waterschap Hollandse Delta is Deltares nu met Fugro een grote praktijkproef gestart in de Hedwigepolder in Zeeuws-Vlaanderen.
Deltares, Fugro en Wetterskip Fryslân voerden in 2020 al een praktijkproef uit aan de Friese Waddenzeekust. Hieruit bleek dat zand, dat door de zee is aangevoerd, veel minder gevoelig lijkt te zijn voor piping dan zand dat door rivieren is afgezet. De huidige rekenregel waarmee dijken worden beoordeeld en ontworpen, is afgeleid voor rivierzand. Als getijdenzand sterker blijkt te zijn, hoeven minder dijken versterkt te worden of kunnen de versterkingen goedkoper worden uitgevoerd, met minder impact op omgeving en milieu.

In opdracht van waterschap Hollandse Delta zijn Fugro en Deltares nu een grote praktijkproef gestart in de Hedwigepolder in Zeeuws-Vlaanderen, hierbij voortbordurend op de resultaten van de proef in Friesland. Het Hedwigeproject heeft tot doel de daadwerkelijke sterke van getijdenzand tegen piping te bepalen en deze kennis te vertalen en toepasbaar te maken voor beoordelings- en versterkingsprojecten van waterkeringen. De pipingproef Hedwigepolder maakt onderdeel uit van het internationale project Living Lab Hedwige-Prosperpolder. Initiatiefnemer Departement Mobiliteit en Openbare Werken/Waterbouwkundig Laboratorium faciliteert hier gezamenlijk met STOWA dijksterkteproeven en crisisoefeningen.
Omdat de Hedwigepolder aan de natuur wordt teruggeven, kan daar een uitgebreide praktijkproef plaatsvinden. Het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) heeft hiervoor ruim 5 miljoen euro aan waterschap Hollandse Delta beschikbaar gesteld vanuit de Kennis- en Innovatieagenda. De eerste voorbereidingen zijn medio 2020 gestart. Fugro en Deltares hebben inmiddels op basis van bodemopbouw en eigenschappen van de ondergrond een testlocatie bepaald, waar zich een geschikte, natuurlijk afgezette getijdenzandlaag bevindt. De proef wordt in 2021 uitgevoerd en in 2022 moeten de resultaten beschikbaar zijn.

Een gemiddelde dijkversterking kost ongeveer 6 miljoen euro per kilometer. Als op basis van deze proef het risico op piping exacter kan worden bepaald, kan dat betekenen dat minder kilometers dijk versterkt hoeven te worden of dat dijken minder breed hoeven te worden uitgevoerd dan eerder gedacht.
Een bijkomend voordeel is dat er een flinke verlaging van de milieulasten kan worden bereikt doordat minder ruimte en minder materiaal nodig is voor de dijkversterking. Dit vertaalt zich onder andere in minder transportbewegingen en minder geluids- en trillingsoverlast bij locaties voor dijkversterking. Ook levert dit een flinke besparing op van CO2-uitstoot van vrachtwagens en grondverzetmaterieel.

Meer bij Deltares>