Calamiteitenbogen Velsertunnel in gebruik
21 januari 2015 – De aanleg van zogeheten calamiteitenbogen op de knooppunten Beverwijk en Velsen is klaar. Deze nieuwe verbindingswegen maken het mogelijk om te rijden via de Wijkertunnel, als de Velsertunnel gestremd is. Vanaf 23 januari worden de calamiteitenbogen ingezet tijdens afsluitingen vanwege een ongeluk of bij onderhoudswerkzaamheden. Vanaf die datum is tweerichtingsverkeer in één tunnelbuis niet meer mogelijk.
In de Velsertunnel was het tot nu toe gebruikelijk om bij afsluiting van één tunnelbuis verkeer in beide richtingen door de andere buis te leiden. Vanaf 2015 is dit wettelijk niet meer toegestaan. Daarom heeft Rijkswaterstaat calamiteitenbogen aangelegd, zodat het verkeer richting het zuiden gemakkelijker via de Wijkertunnel kan rijden en niet via Heemskerk en Rottepolderplein hoeft om te rijden. Voor verkeer naar het noorden verandert er niets: dat kan gebruikmaken van de wel beschikbare tunnelbuis van de Velsertunnel.
Weggebruikers kunnen al op de Velsertraverse op elektronische borden zien dat de route via de calamiteitenbogen in gebruik is. Rond de bogen zelf geven verschillende verkeersborden aan of het verkeer over de verbindingswegen moet rijden. De maximumsnelheid op de bogen is 50 kilometer per uur.
De calamiteitenbogen zijn tijdens de renovatie van de Velsertunnel in 2016 permanent open. Het is één van de maatregelen van Rijkswaterstaat om het verkeer te laten doorrijden als de tunnel negen maanden dichtgaat. Het verkeer naar het noorden kan tijdens de sluiting gebruikmaken van een nieuwe verbindingsweg die wordt aangelegd op knooppunt Velsen om snel naar de Wijkertunnel te rijden. Tijdens de renovatie vergroot Rijkswaterstaat de doorrijhoogte van de tunnel, pleegt groot onderhoud en vervangt verouderde installaties, zoals de ventilatie en het blussysteem.
De aanleg van de calamiteitenbogen is onderdeel van het programma Beter Benutten Metropoolregio Amsterdam. In het programma werken bedrijfsleven, Rijk, Provincie, Stadsregio Amsterdam en gemeenten samen aan een betere bereikbaarheid op de weg, vaarweg en het spoor, zodat de economie kan groeien. Al deze partijen dragen op een concrete en innovatieve manier bij aan het verminderen van files, door bestaande infrastructuur beter te benutten of door reisgedrag aan te passen. De doelstelling is om de doorstroming in de regio Amsterdam met 20 procent te verbeteren.