Boren in het verdronken land onder de Noordzee
Onderzoeksschip Pelagia NIOZ, Beeldbank Rijkswaterstaat

 

16 juni 2017 – Aan het begin van het Holoceen, circa 12.000 jaar geleden, stond de zeespiegel zestig meter lager dan nu en lag de Noordzee grotendeels droog. Slechts 4.000 jaar later was de zee ongeveer vijftig meter gestegen waardoor een weids rivierenlandschap veranderde in de huidige Noordzee.

Het verhaal over hoe het land onder de huidige Noordzee precies is verdronken ligt nu voorlopig onder water en zand begraven. Niet alleen is dat verhaal geologisch en archeologisch belangrijk, maar het leert ons ook iets over de toekomstige zeespiegelstijging. Marc Hijma, onderzoeker zeespiegelstijging bij Deltares, is om die reden op 15 juni ingescheept op het onderzoeksschip Pelagia van NIOZ. Naast Hijma varen ook Chris Mesdag (Deltares), Freek Busschers (TNO-DGN) en Natasha Barlow (Leeds University)en diverse NIOZ-onderzoekers mee.

Ze gaan wereldwijd vernieuwend onderzoek doen door boorkernen van klei- en veenlagen op verschillende dieptes te verzamelen. Daarmee kunnen ze de historische verdrinking van het land analyseren. Dat is vernieuwend omdat er vrijwel geen hoge-kwaliteit informatie beschikbaar is voor deze periode (vroeg Holoceen). De expeditie levert zodoende nieuwe publicaties, karteringen en modellen van de Noordzee op.

Naast het feit dat Hijma en Mesdag veertien dagen meevaren levert Deltares ook de seismische apparatuur (chirp, sparker) voor deze expeditie. De seismiek geeft aan waar de interessante lagen gevonden kunnen worden.

Deltares>