NWO
Het BlankenBurgtracé

 

De nieuwe oeververbinding is noodzakelijk om de bereikbaarheid van de Rotterdamse haven te verbeteren en de drukke Beneluxtunnel te ontlasten. Er zijn aanvankelijk twee varianten ontwikkeld, beide met een tunnel: het Oranjetracé (OT) en het Blankenburgtracé (BBT). Voor beide is een planstudie uitgevoerd en zijn vijf varianten doorgerekend: twee voor het Oranjetracé; drie voor het Blankenburgtracé.

Op 7 december 2011 viel de keuze op de Blankenburgtunnel. Op die dag maakte het ministerie van Infrastructuur en Milieu bekend dat minister Schultz van Haegen en de verantwoordelijke bestuurders in de regio Haaglanden en Rotterdam overeenstemming hadden bereikt over het betreffende tracé. ‘Van alle varianten lost de Blankenburgtunnel het beste de verkeersproblemen op. Bovendien is deze tunnel zo’n 800 miljoen euro goedkoper’, zei de minister op 7 december.

Voor het Blankenburgtracé waren in eerste instantie drie varianten uitgewerkt. Wat ze gemeen hebben is een afzinktunnel in de Nieuwe waterweg, ten hoogte van Rozenburg. De meest westelijke daarvan is de zogenaamde BBT Middendoor-variant, overigens van de drie Blankenburg varianten de kortste route tussen de tunnelmond en de A15 en de A20. Vanaf de tunnelmond kruist dit tracé op 7 meter hoogte de ringdijk en vervolgens de spoorlijn waarna ze op maaiveldniveau wordt gebracht.
De tweede uitgewerkte variant is het zogenaamde BBT Krabbeplas-Westtracé. Ook hier wordt de ringdijk op 7 meter hoogte gekruist, zakt vervolgens naar maaiveld om onder de spoorlijn door, langs de westzijde van de Krabbeplas de A20 te bereiken.
Van deze varianten zijn weer twee subvarianten uitgewerkt, namelijk het deel vanaf de spoortunnel tot de A20. In het ene geval wordt dit deel van het tracé verdiept aangelegd; in het andere geval op maaiveldniveau.
De derde Blankenburgvariant staat bekend als BBT Krabbeplas-Oost. Het lijkt op het Krabbeplas-Westtracé, onder dien verstande dat ze halfverdiept wordt aangelegd en via de oostkant van de Krabbeplas de A20 bereikt.

Blankenburg

Uit de drie varianten voor de Blankenburgtunnel koos de minister uiteindelijk voor het tracé Krabbeplas-West (zie kaartje: het gele tracé). Dat betekent dat de weg niet dwars door maar langs het weidelandschap tussen Maassluis en Vlaardingen komt. Met de keuze wordt bovendien het Volksbos gespaard en komt de weg niet in de buurt van de bebouwde kom van Vlaardingen te liggen. Om het open karakter van het landschap te behouden, is verder gekozen voor een weg die verdiept wordt aangelegd. De minister trekt voor een goede inpassing € 150 miljoen extra uit. Daarmee komen de kosten voor de nieuwe oeververbinding uit op € 1,2 miljard. Een deel daarvan, € 300 miljoen, wordt uit tol betaald.
De Blankenburgtunnel stuitte echter op fel maatschappelijk verzet, met name van Groen Links. Desalniettemin stemde De Tweede Kamer in april 2012 met een krappe meerderheid voor de aanleg van het Blankenburgtracé, die zodanig zou moeten worden aangelegd, dat het landschap zo veel mogelijk zou worden ontzien.

Net voor Kerst 2013 stemde de Tweede Kamer ook in met de Blankenburgtunnel, waarmee niets de realisatie van het NWO-project in de weg lijkt te staan.

Filmpje van RTV Rijnmond>